In de 20ste eeuw kende Voorschoten verschillende kunstnijverheidsondernemingen met een landelijke bekendheid. Naast de Zilverfabriek waren dat twee kleinere ondernemingen: Het Paapje en Groeneveldt. De productie van fraaie kunstvoorwerpen nam in Voorschoten een hoge vlucht.
Het Paapje
Deze onderneming van de Rotterdammer Hans Polak (1884-1969) startte op 21 december 1929 als Tapijtknooperij “Het Paapje”. Een combinatie van zijn initialen en het adres aan de Papelaan gaf het bedrijf zijn naam. Het paapje, een kleine zangvogel, werd het logo. Het bedrijf richtte zich op het ontwerpen en produceren van kunstzinnig textiel: kleding- en gordijnstoffen, maar ook vloerkleden. In 1937 vond een uitbreiding plaats met een handzeefdrukkerij. Polak was een man met visie en ideeën en wilde beslist geen standaardwerk vervaardigen.
De wevers en ontwerpers die hij aantrok kregen veel vrijheid om stoffen en vloerkleden naar eigen smaak te ontwerpen. Deze ontwerpen trokken de aandacht van enkele grote architecten, onder wie J.J.P. Oud en W.M. Dudok. Voor Paleis Soestdijk en voor de villa van de familie Heineken in Wassenaar mocht Het Paapje stoffen leveren. Hierdoor nam de bekendheid toe, hetgeen leidde tot nieuwe opdrachten, zoals die voor een groot vloerkleed voor de s.s. Nieuw Amsterdam van de Holland-Amerika Lijn. In september 1943 werd het Joodse gezin Polak in Wassenaar opgepakt en via Westerbork in september 1944 naar Theresienstadt weggevoerd. Het gezin wist de verschrikkingen te overleven. Na de Tweede Wereldoorlog zette Polak zijn bedrijf voort. Incidenteel werkte hij samen met kunstenaars als Karel Appel en Lex Horn. De stoffen werden verkocht bij bekende firma’s als De Bijenkorf en Pander, maar ook door zo’n 50 andere stoffenwinkels in het hele land. Bekend waren de abstracte ontwerpen met duurzame gekleurde wol. In 1961 trad Polak terug en in 1985 werd het bedrijf verkocht en in Oldenzaal voortgezet onder de naam “Atelier Paapje”. Sinds 2009 is het mogelijk ontwerpen van Het Paapje te bestellen vanuit Pannerden. Ook deze onderneming heeft het paapje als logo.
Groeneveldt
Het bedrijf van Groeneveldt, dat zich specialiseerde in kunstzinnig vormgegeven aardewerk was gevestigd in de Dobbewijk, naast de spoorlijn. De naamgever en eigenaar Pieter Groeneveldt (1889-1982) was aanvankelijk opgeleid als kunstschilder, maar zijn hart ging meer uit naar de keramiek. In 1927 vestigde hij een eerste, kleine werkplaats aan de Donklaan, maar 10 jaar later startte de fabriek pas goed. Ervaren en beginnende pottenbakkers draaiden vazen, potten en schalen, zowel seriemodellen (uit de catalogus te bestellen) als unica (enkele exemplaren). Gedurende de Tweede Wereldoorlog kon het bedrijf nog even doordraaien, voordat de fabriek tot stilstand kwam. In 1941 was er zelfs nog een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Na de bevrijding werd de productie hervat, opnieuw met serieproducten en unica. De toenemende concurrentie van lagelonenlanden was echter te sterk en leidde in 1972 tot het faillissement. Delfos – een concurrerende aardewerkfabriek – nam het bedrijf over. Tot aan zijn dood in 1982 bleef Pieter Groeneveldt zelf keramiek maken in de serre van zijn woning aan de Papelaan (vandaar de aanduiding “serrekeramiek”). De fabriek is in 2013 gesloopt, maar het tegeltableau uit de gevel van de fabriek met de firmanaam is behouden gebleven.
Het werk van Groeneveldt wordt door De Projectgroep Pieter Groeneveldt van het Museum Voorschoten geïnventariseerd. Zij streeft naar een volledig overzicht van zijn werk in een boek en een tentoonstelling.
Bronnen
Rob Driessen ‘Het naoorlogse werk uit de fabriek van Pieter Groeneveldt’, Vormen uit vuur, jrg. 2012, nr. 217/2, blz. 25/27
Weefgetouw Het Paapje.
Vloerkleed Het Paapje (1934) in gebouw HAV Bank, arch. W.M. Dudok, te Schiedam (foto Jan Sluijters).
Gordijnstof met gatenplant (1950-1959).
Pieter Groeneveldt aan de draaischijf (1946).
Groeneveldt kokervaasjes (ca. 1970).