burgers en stoommachines

De kostscholen

eindexamen

Einde 18de- begin 19de eeuw presenteerden vooraanstaande pedagogen een nieuwe visie op opvoeding en onderwijs. Deze ideeën werden bekrachtigd in onderwijswetten, zoals die van 1801. Gevolg was dat er kostscholen weren opgericht als huis van opvoeding en onderwijs. Niet alleen voor het onderwijs was de kostschool van betekenis; het heeft ook veel buitenplaatsen voor afbraak behoed. Gegoede burgers uit de steden stichtten vanaf de 17de eeuw op de lommerrijke strandwallen buitenplaatsen, ook in Voorschoten. Toen het aanhouden van een aantal buitens financieel niet haalbaar bleek, werden deze verkocht of herbestemd, o.a. tot kostschool.

Petrus de Raadt

De eerste kostschool in deze omgeving was Noorthey te Veur, in 1820 gekocht door Petrus de Raadt (1796-1862). Hij had door opleidingen in het buitenland vernieuwende pedagogische ideeën. Naast onderwijs in vreemde talen met native speakers stonden ook muziek, tekenen en lichamelijke opvoeding, zoals schermen en cricket, op het onderwijsprogramma.

Noorthey had een Protestants-christelijke signatuur en met 20 tot 30 leerlingen trok het vooral leerlingen aan uit de hoogste klassen, waaronder kroonprins Willem van Oranje- Nassau, zoon van Koning Willem III. Het kostgeld was hoog en met een diploma was de weg open naar de universiteit of naar vakscholen voor handel en industrie. Door een zelfmoord en bijbehorende reputatieschade echter zag het Instituut in 1882 zich genoodzaakt de deuren te sluiten.

Petrus de Raadt had intussen in 1841 de buitenplaats Stadwijk gekocht. Hier werd een meisjeskostschool gericht. Deze stond onder leiding van Van der Rijk, later opgevolgd door de dames Wundt en tenslotte Mej. De Puij, tot 1885. In 1887 besloot Noorthey een doorstart te maken op Stadwijk, maar door de opkomst van de HBS en de zelfstandige gymnasia, liep het aantal leerlingen terug en het instituut hield in 1907 definitief op te bestaan.

Bijdorp

Nadat de Congregatie van de Dominicanessen de buitenplaats in 1876 hadden gekocht, werd in 1880 begonnen met het Pensionaat Onze Lieve Vrouwe van Lourdes. Het bood lagere school en ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs) en een 2-jarige huishoudcursus. In 1937 werd de MMS (Middelbare Meisjesschool) daaraan toegevoegd. De komst van de Mammoetwet in 1968 betekende het einde van het internaat. De Havo van Bijdorp zou in 1971 fuseren met twee Voorschotense Mavo’s, waardoor het Lucas College ontstond. Tot in de beginjaren tachtig hebben zusters lesgegeven op het Lucas College. Nadat de laatste zusters met pensioen waren, kregen de oude klaslokalen in 1984 een andere bestemming en kwam er een einde aan de opleidingsactiviteiten op Bijdorp. Het katholieke Lucas College zou in 1990 fuseren met de christelijke scholengemeenschap de Vlietschans tot het Vlietland College.

In 1893 vestigde het Instituut Wullings met een neutrale signatuur zich op Beresteyn. (Mede) door het huwelijk van Wullings met de dochter van een assistent-resident uit Nederlands-Indië in 1894, kwamen er veel zonen van planters en hoge ambtenaren. Zelfs de zoon en kleinzoon van de Sultan van Koetei kwamen naar Beresteyn, maar ook jongens uit gegoede families uit Nederland. Ook hier was het kostgeld hoog en stond de opleiding gelijk aan die van de HBS. In topjaren waren er 160 leerlingen. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog sloot het Instituut de deuren en vestigden Kapucijner monniken uit Brabant er tijdelijk – tot 1954 – een grootseminarie omdat hun eigen onderkomen was gebombardeerd. De Congregatie van de Montfortanen kocht Beresteyn en vestigde er, als kostschool, haar kleinseminarie. Na de invoering van de Mammoetwet werd het een internaat en tenslotte Montforthuis. In 2001 vertrokken de laatste (bejaarde) paters.

 

C. Huguenin (red). Huize ”Bijdorp”. De geschiedenis van Boerenhoeve tot Klooster en haar bewoners, Leefbaar Voorschoten 2003

 J. Koopstra, J.Huize Beresteijn, een Geschiedenis van Burgers en Beren, Leefbaar Voorschoten, 2002

Wullings
Het Beresteijnbal op Instituut Wullings. Foto: J.P. de Lint rond 1930

Oprijlaan
Oprijlaan naar Beresteijn. Foto: J. Koopstra

Fotograaf
Paters Kapucijnen in een leslokaal op Beresteijn, tussen 1946 en 1954. Foto gekocht van de fotograaf Klimbie/Lions

klaslokaal
Klaslokaal Instituut Wullings. Foto: J.P. de Lint, rond 1930

eindexamen
Eindexamenkandidaten Instituut Wullings, deze mochten als enigen witte broeken dragen tijdens hun examentijd. Foto:   J.P. de Lint rond 1930