Infrastructuur

Het autoverkeer kende na de Tweede Wereldoorlog een enorme toename. Bekend zijn de filemeldingen op de radio, vanaf begin jaren ’70, aanvankelijk alleen door het ANP aangeleverd, later ook door alle publieke omroepen. Filenieuws deed het goed in de luistercijfers. Om deze toename het hoofd te bieden werden nieuwe wegen aangelegd, maar werden bovenal bestaande routes gereconstrueerd. Nederland verdween al vanaf de jaren ’50 onder het macadam. Klinkerwegen werden geasfalteerd en in twee rijstroken verdeeld en de rotonde deed zijn intrede. Ook in Voorschoten, vanouds een belangrijke route, werd gekozen voor een vlotte verkeersdoorstroming, boven het pittoreske dorpse karakter. De doorgaande straatweg van Leidseweg en Veurseweg werd opgewaardeerd en via een rotonde om de oude dorpskern heen geleid. De Leidseweg werd daarbij opgesplitst in de Schoolstraat en de Koningin Julianalaan. Hiermee werd de lineaire hoofdstructuur van het noordoosten naar het zuidwesten verder geaccentueerd. De tweebaans N447 liep immers parallel aan de spoorlijn Leiden-Den Haag en ook aan de gemeentelijke buitengrenzen van de historische ontginnningssloten en de Vliet. Haaks op deze lineaire hoofdstructuur werd ook de Papeweg als belangrijke route naar Wassenaar, de N448 geasfalteerd.

 

De verbetering van de infrastructuur en de aanleg van nieuwe woonwijken gingen hand in hand. Juist op de kruising tussen de beide N-wegen ontstond de eerste uitbreiding in de breedte, met de wijk Bijdorp, visueel beëindigd door de Oranjekade, de historische Voorwetering. Dat juist hier het station was en aan de andere kant van het spoor het bedrijventerrein werd aangelegd was dan ook niet toevallig, maar hing samen met de hoofdinfrastructuur. Na de oorlog volgde de Nassauwijk met de Nassaukade als structurerend element, ook weer parallel aan de historische ontginningssloten. Later volgden aan de andere kant van de Veurseweg Vlietwijk en Starrenburg.

Canon van Voorschoten